Hoofdstuk 6

Valpreventie

Elke 4 minuten belandt een 65-plusser op de spoedeisende hulp na een valongeval. Dit is slechts 10% van het totaal aantal valongevallen van ouderen. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel in persoonlijk leed als maatschappelijke zorgkosten. Een valongeval heeft veel impact op de zelfredzaamheid van ouderen, het langer thuis kunnen wonen en de kwaliteit van leven. De directe medische zorgkosten van valongevallen schoten in 2020 al door de 1 miljard euro. (Bron: veiligheid.nl)

Valrisico signalen kaart

Op de kaart inschatting valrisico staan drie vragen waarmee een oudere zelf kan bepalen of er sprake is van een laag of verhoogd valrisico. Deze kun je bijvoorbeeld op het wachtkamerscherm tonen.

Bij laag risico

Een gesprek over valpreventie is niet noodzakelijk. Je kan de patiënt wel adviseren om zijn spierkracht en balans te behouden door actief te blijven en gezond te eten.

Bij verhoogd risico

Verwijs ouderen met een verhoogd valrisico door naar het leefstijl/steunpunt in de wijk voor het bepalen van de mate van valrisico. Zorgverleners zoals huisarts, POH, fysio/ergotherapeut of wijkverpleegkundige kunnen ook het valrisico verder in kaart brengen indien bekwaam (Instructie Valrisicotest met checklist)

Samenwerking Kwetsbare Ouderen Een valanalyse bestaat uit het in kaart brengen door een daartoe opgeleide zorgverlener.

Waaruit bestaat de Valrisicotest?

In stap 1 gaan de vragen over de valgeschiedenis, valangst en mobiliteitsstoornissen. Op basis van deze drie vragen kun je snel inschatten of er sprake is van een valrisico.

In stap 2 wordt de ernst van het valrisico beoordeeld. Aan de hand van enkele vragen kun je inschatten of er sprake is van een hoog valrisico.

In stap 3 wordt met de looptest beoordeeld of de mobiliteit van de oudere zodanig verstoord is dat sprake is van een matig valrisico (instructie)

Als laatste actie vul je het resultaat en het advies in op de kaart die je meegeeft aan de oudere. Gebruik daarbij de Keuzehulp en het Overzicht Valpreventieve Beweeginterventies.

Klik op de afbeelding 'Valrisicotest' voor een vergroting.

De valanalyse

Een valanalyse bestaat uit het in kaart brengen door een daartoe opgeleide zorgverlener (bijvoorbeeld fysiotherapeut of ergotherapeut) van de verschillende risicofactoren door middel van een multifactoriële en multidisciplinaire aanpak. Dit gebeurt met behulp van de anamnese, het lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek (algemeen, neurologisch, sociaal, functioneel, psychiatrisch). Voor de eerste lijn is de valanalyse ontwikkeld door veiligheid.nl.

Hoe werkt de Valanalyse?

De Valanalyse bestaat uit drie stappen:

1. De Valrisicotest

Met de Valrisicotest stel je vast of een oudere een laag, matig of hoog valrisico heeft. Heeft de oudere inderdaad een hoog valrisico? Dan ga je verder met stap 2.

2. De uitgebreide Valrisicobeoordeling

Met de uitgebreide Valrisicobeoordeling (de Valanalyse) breng je alle oorzaken in kaart die zorgen voor een hoog valrisico. Met behulp van vragen en testjes stel je vast of de oudere bijvoorbeeld bang is om te vallen, veel medicijnen gebruikt, oogproblemen heeft of vaak duizelig is. Wanneer je alles in kaart hebt gebracht, ga je verder met stap 3.

3. Advies op maat geven en doorverwijzen naar andere zorgverleners

Bij elk onderdeel uit de Valrisicobeoordeling staat een advies en een zorgverlener naar wie je de oudere kunt doorverwijzen.

Het afnemen van de Valanalyse valt onder de basisverzekerde zorg. Er worden in de regio Gooi en Omstreken afspraken gemaakt hoe de fysiotherapeut de valanalyse kan afnemen in een verlengd armconstruct van de inkoop huisartsenzorg.

Als de oorzaak van het vallen onbekend blijft, er twijfel over de diagnose(s) is, er vragen zijn ten aanzien van de behandeling (bijv. afwegingen bij medicatiebeoordeling) of als de interventie het vallen niet vermindert, is het mogelijk te overleggen met of te verwijzen naar de tweede lijn. Daarbij heeft een multidisciplinaire analyse door een klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde in bijvoorbeeld een gespecialiseerde valpolikliniek de voorkeur.

Hoofdstuk 5 | Polyfarmacie check

Vorige pagina

Hoofdstuk 7 | Mantelzorg

Volgende pagina